Vertalingen knobbel NL>FR
de knobbel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈknɔbəl] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) abnormale dikke ronde plek in of op je lichaam -
bosse (la ~), boule (la ~) | een knobbel op je hoofd - une bosse sur le crâne |
2) deel van de uitdrukking: -
een knobbel hebben voor (=talent hebben voor (iets)) - avoir la bosse de
een knobbel voor talen hebben - avoir la bosse des langues
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de knobbel (m) | bosse (v) ; boule (v) ; don (m) ; enflure (v) ; grosseur (m) ; noeud (m) ; renflement (m) ; talent (m) ; tumeur (m) |
| knobbel | bosse ; ganglion lymphatique ; nodus lymphaticus ; tubercule |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `knobbel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekwaamheidNL: bobbelNL: builNL: bultNL: capaciteitNL: gezwelNL: knoestNL: knolNL: kundigheidNL: kwast