Vertaal
Naar andere talen: • benadelen > DEbenadelen > ENbenadelen > ES
Vertalingen benadelen NL>FR

benadelen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈnadelə(n)]
Verbuigingen:  benadeelde (verl.tijd ) heeft benadeeld (volt.deelw.)

zorgen dat iemand schade lijdt - porter préjudice à
Deze nieuwe wet benadeelt werkende vrouwen. - Cette nouvelle loi porte préjudice à femmes qui travaillent.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
benadelen (ww.) blesser (ww.) ; desservir (ww.) ; duper (ww.) ; endommager (ww.) ; frustrer (ww.) ; injurier (ww.) ; meurtrir (ww.) ; nuire (ww.)
benadelen désavantager
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `benadelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achterstellen
NL: afbreuk doen aan
NL: afvallen
NL: duperen
NL: frustreren
NL: krenken
NL: laten zakken
NL: nadeberokkenen
NL: nadeel berokkenen
NL: nadetoebrengen