Vertalingen autoriteit NL>FR
de autoriteit
zelfst.naamw. (v.)
1) gezag -
autorité (la ~) autoriteit uitstralen - incarner l'autorité |
de lokale autoriteiten (=burgemeester en wethouders) - les autorités locales
|
2) iemand die ergens veel van weet -
autorité (la ~) een autoriteit op het gebied van de psychotherapie - une autorité dans le domaine de la psychothérapie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de autoriteit (v) | autorité (v) ; autorités (v) ; détenteur du pouvoir (m) ; détentrice du pouvoir (v) ; domination (v) ; maître (m) ; organe du pouvoir (m) ; pouvoir (znw.) ; pouvoirs (m) ; puissance (v) ; souverain (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `autoriteit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: deskundigeNL: gezagNL: gezagsorgaanNL: heerschappijNL: instantieNL: macht