Vertalingen afspringen NL>FR
afspringen (ww.) | s'envoler (ww.) ; s'exfolier (ww.) |
afspringen | cappage ; coupage ; coupe à froid ; décalottage ; descendre d'un bond ; épaufrure ; rognage |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afspringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afketsenNL: afspattenNL: afvliegenNL: loslatenNL: naar beneden springenNL: opspringenNL: springenUitdrukkingen en gezegdes
NL: er is een knoop afgesprongen
FR: un bouton a sauté