Vertalingen afdanken NL>FR
afdanken
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑvdɑŋkə(n)] |
Verbuigingen: | dankte af (verl.tijd ) heeft afgedankt (volt.deelw.) |
niet meer willen gebruiken -
mettre au rancart een versleten jas afdanken - jeter un manteau élimé ouder personeel afdanken - se débarrasser du personnel âgé |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afdanken (ww.) | congédier (ww.) ; débaucher (ww.) ; décharger (ww.) ; dégommer (ww.) ; démettre (ww.) ; écarter (ww.) ; jeter (ww.) ; jeter dehors (ww.) ; licencier (ww.) ; mettre au rancart (ww.) ; mettre sur le pavé (ww.) |
het afdanken | licenciement (m) ; renvoi (m) ; virement (m) |
afdanken | congédier ; remercier |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afdanken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afschaffenNL: afvloeienNL: ecarterenNL: ontslaanNL: opruimenNL: uit de dienst ontslaanNL: van zijn positie verdrijvenNL: wegdoen