Vertalingen aanslaan NL>FR
aanslaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈanslan] |
Verbuigingen: | sloeg aan (verl.tijd ) |
1) (van een hond) beginnen te blaffen -
se mettre à aboyer Verbuigingen: | is aangeslagen (volt.deelw.) |
In de verte sloeg een hond aan. - Au loin, on un chien s'est mis à aboyer. |
2) succes hebben -
avoir du succès Verbuigingen: | is aangeslagen (volt.deelw.) |
Het nieuwe medicijn slaat aan bij de patiënt. - Le nouveau médicament agit sur le malade. |
3) (van een motor) beginnen te draaien -
démarrer Verbuigingen: | is aangeslagen (volt.deelw.) |
Na lang starten sloeg de motor aan. - Après de multiples tentatives, le moteur s'est mis en marche. |
4) (een toets) indrukken -
frapper Verbuigingen: | heeft aangeslagen (volt.deelw.) |
een verkeerde toets aanslaan - se tromper de touche |
5) de waarde bepalen van (je inkomen, je huis);
belasting laten betalen -
taxer Verbuigingen: | heeft aangeslagen (volt.deelw.) |
iemand aanslaan voor de inkomstenbelasting - taxer quelqu'un pour l'impôt sur les revenus |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanslaan (ww.) | taxer (ww.) ; évaluer (ww.) ; enfoncer (ww.) ; clouer (ww.) |
aanslaan | lancement ; s'enraciner ; réussite ; reprise ( à la soudure ) ; prendre racines ; prendre ; accrocher ; exciter ; être bien accueilli ; élinguer ; élingage ; démarrage ; coup de battant ; battage de la duite ; armement |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `aanslaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrakenNL: beoordelenNL: beslaanNL: schattenNL: startenNL: taxerenNL: vast slaan