Vertalingen aandraaien NL>FR
aandraaien (ww.) | enclencher (ww.) ; faire fonctionner (ww.) ; fixer (ww.) ; mettre en circuit (ww.) ; mettre en marche (ww.) ; serrer (ww.) ; visser (ww.) |
aandraaien | nouage ; rattachage ; serrer ; tendre ; visser |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `aandraaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aanzettenNL: door draaien vastmakenNL: inschakelen