Vertalingen zweren NL>FR
zweren
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwerə(n)] |
Verbuigingen: | heeft gezworen (volt.deelw.) |
1) met een eed plechtig beloven juridisch -
jurer Verbuigingen: | zwoer (verl.tijd ) |
Ik zweer bij de Bijbel dat het waar is. - Je jure sur la Bible que c'est la vérité. |
2) een zweer worden medisch -
s'ulcérer Verbuigingen: | zweerde (verl.tijd ) |
een zwerende wond - une plaie qui s'ulcère |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zweren (ww.) | faire le serment de (ww.) ; jurer (ww.) ; prêter serment (ww.) ; s'ulcérer (ww.) |
het zweren | pyorrhée (v) ; suppuration (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zweren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: belovenNL: een eed afleggenNL: een eed doenNL: etterenNL: ontsteken