I wee

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[we]
Verbuigingen:	-ën (meerv.)

kramp met hevige pijn die komt en gaat in de buik van een vrouw die gaat bevallen - contractions (la ~), douleurs (la ~)

De eerste weeën kwamen om het kwartier. - Les premières contractions se produisaient tous les quarts d'heure.

II wee

tussenwerpsel

Uitspraak:

[we]

deel van de uitdrukking: -

O wee! (=<dit zeg je als je bang bent voor iets, of als je iemand waarschuwt>) - Ouille! O wee, als ik maar niet te laat kom! - Ouille! Pourvu que je n'arrive pas en retard.

[we]

1
  O wee!
<dit zeg je als je bang bent voor iets, of als je iemand waarschuwt>

pijnlijke verrassing

Ouille!

waarschuwing

Gare!

  `O wee, als ik maar niet te laat kom!`
  Ouille! Pourvu que je n'arrive pas en retard.

  `O wee als je het nog een keer doet!`
  Gare à toi si tu le fais encore une fois!


© K Dictionaries Ltd.

wee (znw.)	contraction (v) ; douleur (v)
wee	fade ; faible ; faiblement ; fragile ; fragilement ; frêle ; hélas ; insipide ; lâche ; maladif ; maladivement ; pâlot ; pâlotte

Bron: interglot




NL: ach
NL: bleekjes
NL: flauw
NL: helaas
NL: misselijk
NL: och
NL: perswee
NL: pijn
NL: pips
NL: slap

NL: o wee! FR: oh là  là !
NL: wee u! FR: malheur à  vous
NL: wee zijn FR: avoir mal au coeur
NL: weeë smaak FR: goût (le) nauséabond