Uitspraak: | [ɑx] |
Ach, wat een lief kindje. - Oh! Quel gentil enfant! Ach, wat zie je er slecht uit. Heb je veel pijn? - Tiens! Tu as mauvaise mine. Tu as très mal? Ach, doe toch niet zo stom! - Oh! Tu m'embêtes! Ach, het kan me allemaal niet zo veel schelen. - En fait, je m'en fiche un petit peu. |