Vertaal
Naar andere talen: • uitmaken > DEuitmaken > ENuitmaken > ES
Vertalingen uitmaken NL>FR
[ˈœytmakə(n)]
[vvt: heeft uitgemaakt]

1
  het uitmaken
de relatie (2) met iemand verbreken - rompre



2 doven - éteindre

  `het vuur uitmaken`
  éteindre le feu



3 ( bepalen) ( beslissen) vaststellen - décider

  `Ik maak zelf wel uit of ik dat doe of niet.`
  Je déciderai bien moi-même si je le fais oui ou non.

  de dienst uitmaken
   (= de baas zijn) - donner les ordres

  Dat maakt niets uit.
   (= dat is niet belangrijk) - Cela n'a aucune importance.



4
  deel uitmaken van
een onderdeel zijn van - faire partie de


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
uitmaken (ww.) se séparer (ww.) ; mettre hors de circuit (ww.) ; déconnecter (ww.) ; débrayer (ww.) ; débrancher (ww.) ; couper (ww.) ; arrêter (ww.)
uitmaken tant pis ; totaliser ; atteindre ; qu'importe ; peu importe ; faire ; évaluer ; déterminer ; décider de ; ce n'est pas grave ; ça ne fait rien
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `uitmaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbreken
NL: afschaffen
NL: afzetten
NL: bepalen
NL: betekenen
NL: blussen
NL: doven
NL: elimineren
NL: ontdekken
NL: opdoeken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uitmaken voor FR: traiter de
NL: wat maakt dat uit? FR: qu'est-ce que cela fait?
NL: dat maakt niets uit FR: cela ne fait rien