Vertalingen uitmaken NL>ES
uitmaken
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytmakə(n)] |
Verbuigingen: | maakte uit (verl.tijd ) heeft uitgemaakt (volt.deelw.) |
1) deel van de uitdrukking: -
het uitmaken (=de relatie (2) met iemand verbreken) - romper con alguien
|
2) doven -
apagar het vuur uitmaken - apagar el fuego |
3) vaststellen -
decidir Ik maak zelf wel uit of ik dat doe of niet. - Soy yo quien debe decidir si lo hago o no. |
Dat maakt niets uit. (=dat is niet belangrijk) - No importa.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uitmaken (ww.) | desconectar (ww.) ; desenchufar (ww.) ; divorciarse (ww.) ; romper una relación de pareja (ww.) ; sofocar (ww.) |
uitmaken | ascender a ; da igual ; es igual ; no importa ; totalizar |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `uitmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbrekenNL: afschaffenNL: afzettenNL: bepalenNL: betekenenNL: blussenNL: dovenNL: eliminerenNL: ontdekkenNL: opdoeken