Vertalingen touw NL>FR
het touw
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tɑu] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
strengen van hennep, staal of kunststof die tot één koord zijn gedraaid en waarmee je dingen kunt vastmaken -
corde (la ~) vliegertouw - ficelle de retenue |
de touwtjes in handen hebben (=de baas zijn en de dingen regelen) - tenir les rênes
|
ergens geen touw aan vast kunnen knopen (=ergens niets van begrijpen) - ne rien comprendre à quelque chose
|
voortdurend in touw zijn (=steeds bezig zijn) - être toujours sur la brèche
|
iets op touw zetten (=iets gaan organiseren) - mettre quelque chose sur pied
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het touw | le cordage |
de touw | corde (v) ; cordelette (v) ; ficelle (v) ; toron (m) |
touw | corde ; ficelle agricole ; ficelle de lieuse ; ficelle-lieuse ; patte d'oie ; patte d'oie de fune |
Bronnen: Diving dictionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `touw`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boogstrengNL: koordNL: lijnNL: schootNL: touwtjeNL: valUitdrukkingen en gezegdes
NL: in
touw zijn
FR: être occupéNL: op
touw zetten
FR: organiserNL: daar is geen
touw aan vast te knopen
FR: on s'y perd