Uitspraak: | [ˈstekə(n)] |
Verbuigingen: | stak (verl.tijd ) heeft gestoken (volt.deelw.) |
De man is in zijn rug gestoken met een mes. - L'homme a reçu un coup de couteau dans le dos. Ik ben door een wesp gestoken. - J'ai été piqué par une guêpe. |
een stekende wond - une blessure lancinante |
![]() (=niet verder komen dan) - ne pas aller au-delà / rester bloqué/coincé blijven steken in goede voornemens - ne pas aller au-delà de ses bonnes résolutions |