Vertalingen schoppen NL>FR
I schoppen
zelfst.naamw.
vorm waarmee een van de vier 'kleuren' in het kaartspel wordt onderscheiden -
pique (le ~) schoppen aas - l'as de pique |
II schoppen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsxɔpə(n)] |
Verbuigingen: | schopte (verl.tijd ) heeft geschopt (volt.deelw.) |
(iemand of iets) opzettelijk hard met je voet raken -
donner un coup de pied à tegen iets aan schoppen (=tegen iets protesteren) - se révolter contre quelque chose
|
het ver geschopt hebben (=een hoge maatschappelijke positie bereikt hebben) - avoir réussi dans la vie
|
[ˈsxɔpə(n)] [vvt: heeft geschopt]1 (iemand of iets) opzettelijk hard met je voet raken - donner un coup de pied à
tegen iets aan schoppen
(= tegen iets protesteren) - se révolter contre quelque chose
het ver geschopt hebben
( carrière gemaakt hebben) (= een hoge maatschappelijke positie bereikt hebben) - avoir réussi dans la vie
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schoppen (ww.) | botter (ww.) ; donner des coups de pied (ww.) ; donner l'envoi (ww.) ; frapper du pied (ww.) ; kicker (ww.) |
het schoppen | bêches (v) ; pelles (v) ; pique (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `schoppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: scheppenNL: schoppenmotiefNL: spadesNL: trappenNL: trappen gevenNL: uithalen