Vertalingen ontlasten NL>FR
ontlasten (ww.) | dispenser de (ww.) ; relâcher (ww.) |
ontlasten | décharge ; décharger ; déjauger ; détaxer ; rendre quitte ; tenir quitte |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `ontlasten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontdoenNL: ontheffenNL: ontslaan van een verplichtingNL: poepenNL: vrijstellen