Vertalingen nuchter NL>FR
nuchter
bijv.naamw.
1) zonder iets te hebben gegeten of gedronken -
à jeun | twee tabletten innemen op een nuchtere maag - prendre deux cachets à jeun / l'estomac vide |
2) zonder alcoholische drank te hebben gedronken -
sobre , qui n'a pas bu de l'alcool | alleen nuchter achter het stuur zitten - ne conduire que sans avoir bu |
3) kalm en rustig -
flegmatique , imperturbable | nuchter reageren op de diefstal van je auto - réagir avec flegme au vol de sa voiture |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| nuchter | avec réserve ; impersonel ; qui n'a pas bu d'alcool ; rationnel ; rationnellement ; réservé ; sobre ; modéré ; pondéré ; qui n'a pas bu |
Bronnen: interglot; Trueterm; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `nuchter`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezadigdNL: droogNL: koelNL: matigNL: niet beschonkenNL: pragmatischNL: presentNL: prozaïschNL: soberNL: stemmigUitdrukkingen en gezegdes
NL: het
nuchtere feit
FR: le fait actuelNL: de
nuchtere waarheid
FR: la vérité toute nue
