Vertaal
Naar andere talen: • haasten > DEhaasten > ENhaasten > ES
Vertalingen haasten NL>FR

zich haasten

reflexief werkw.
Uitspraak:  [ˈhastə(n)]
Verbuigingen:  haastte zich (verl.tijd ) heeft zich gehaast (volt.deelw.)

proberen om iets snel te doen - se depêcher , se presser , se hâter
Het is al laat, dus ik haast me naar het station. - Il est déjà tard, donc je me dépêche d'aller à la gare.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
haasten (ww.) traquer (ww.)
haasten dépêcher ; hâter
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `haasten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpoten
NL: ijlen
NL: jachten
NL: jagen
NL: opjutten
NL: opschieten
NL: overhaasten
NL: spoeden
NL: tot spoed aanzetten
NL: voortmaken