gebieden

Vertalingen gebieden NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[x əˈbidə(n)]
Verbuigingen:	gebood (verl.tijd ) heeft geboden (volt.deelw.)

bevelen - commander

De politieagent gebood het verkeer door te rijden. - Le policier ordonna les véhicules de circuler.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen. (=als ik eerlijk ben moet ik zeggen) - L'honnêteté commande de dire...
de gebiedende wijs (=vorm van een werkwoord waarmee je een dringend verzoek of verbod uitdrukt, zoals "Kom!") - l'impératif

Overige bronnen

gebieden (ww.)

assigner (ww.) ; charger (ww.) ; commander (ww.) ; diriger (ww.) ; enjoindre (ww.) ; ordonner (ww.) ; prescrire (ww.) ; sommer (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `gebieden`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: bevelen
NL: commanderen
NL: decreteren
NL: dicteren
NL: eisen
NL: gelasten
NL: heersen
NL: opdragen
NL: verordenen
NL: verordonneren

Ook in de database