Vertaal
Naar andere talen: • opdragen > DEopdragen > ENopdragen > ES
Vertalingen opdragen NL>FR

opdragen

werkw.
Uitspraak:  ɔpdraxə(n)]
Verbuigingen:  droeg op (verl.tijd ) heeft opgedragen (volt.deelw.)

1) zeggen dat iemand iets moet doen - charger
iemand een karwei opdragen - charger quelqu'un d'une tâche

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking de mis opdragen

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking een boek aan iemand opdragen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opdragen (ww.) accabler (ww.) ; assigner (ww.) ; charger (ww.) ; commander (ww.) ; diriger (ww.) ; enjoindre (ww.) ; importuner (ww.) ; instruer (ww.) ; ordonner (ww.) ; prescrire (ww.) ; sommer (ww.)
opdragen dédier ; primer
Bronnen: interglot; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opdragen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbevelen
NL: belasten
NL: bevelen
NL: commanderen
NL: decreteren
NL: gebieden
NL: gelasten
NL: instrueren
NL: opdracht geven
NL: toewijden