Vertalingen dicteren NL>FR
dicteren
werkw.
Uitspraak: | [dɪkˈterə(n)] |
Verbuigingen: | dicteerde (verl.tijd ) heeft gedicteerd (volt.deelw.) |
1) zeggen wat een ander moet opschrijven -
dicter De directeur dicteert wat zijn secretaresse moet opschrijven. - Le directeur dicte ce que sa secrétaire doit noter. |
2) bepalen wat een ander moet doen -
dicter Trends dicteren het koopgedrag van consumenten. - Les tendances dictent le comportement d'achat des consommateurs. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dicteren (ww.) | commander (ww.) ; dicter (ww.) ; dicter une lettre (ww.) ; indiquer (ww.) ; ordonner (ww.) ; prescrire (ww.) ; suggérer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dicteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevelenNL: een brief dicterenNL: gebiedenNL: gelastenNL: ingevenNL: opgevenNL: voorschrijven