Vertalingen delen NL>FR
delen
werkw.
Uitspraak: | [ˈdelə(n)] |
Verbuigingen: | deelde (verl.tijd ) heeft gedeeld (volt.deelw.) |
1) ieder een deel geven -
partager een taart delen - partager une tarte |
2) deel van de uitdrukking: -
een mening of gevoel delen (=dezelfde mening of hetzelfde gevoel hebben) - partager une opinion ou une émotion
Ik deel je mening, ik ben het met je eens. - je partage ton opinion, je suis d'accord avec toi
|
3) (een gevoel) vertellen, mee laten ervaren -
partager Wij willen ons geluk graag met je delen. - Nous partageons volontiers notre bonheur avec toi. |
4) samen gebruiken -
partager je kamer delen om minder kosten te hebben - partager sa taule pour avoir moins de frais |
5) deel van de uitdrukking: -
een getal delen door een ander getal (=uitrekenen hoe vaak het ene getal past in het andere getal) - diviser un nombre par un autre
Twaalf gedeeld door vier is drie. - Douze divisé par quatre égale/fait trois.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
delen (ww.) | dissocier (ww.) ; diviser (ww.) ; fendre (ww.) ; répartir (ww.) ; séparer (ww.) ; subdiviser (ww.) |
het delen | le partage ; portion (v) |
delen | division ; partager |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `delen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: barrelsNL: deelnemenNL: gevenNL: instemmenNL: opdelenNL: opsplitsenNL: partenNL: partjesNL: portiesNL: segmentenUitdrukkingen en gezegdes
NL: delen door 3
FR: diviser par troisNL: in drieën
delen
FR: en faire trois partsNL: iets met iemand
delen
FR: partager qc avec quelqu'un