| Uitspraak: | [ˈdelə(n)] |
| Verbuigingen: | deelde (verl.tijd ) heeft gedeeld (volt.deelw.) |
| een taart delen - partir una torta |
| Wij willen ons geluk graag met je delen. - Nos gusta compartir nuestra felicidad contigo. |
| je kamer delen om minder kosten te hebben - compartir tu habitación para tener menos gastos |
een getal delen door een ander getal(=uitrekenen hoe vaak het ene getal past in het andere getal) - dividir una cifra por otra Twaalf gedeeld door vier is drie. - Doce dividido por cuatro es tres. |
Voorbeeldzinnen laden....