Vertalingen balans NL>FR
balans
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [baˈlɑns] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) toestel om mee te wegen -
balance (la ~) een koperen balans - une balance en cuivre |
2) toestand van rust en harmonie -
équilibre (le ~) in balans zijn - être en équilibre uit balans zijn - être en déséquilibre een goede balans tussen werk en privézaken - un bon équilibre entre travail et vie privée |
3) overzicht van de schulden en bezittingen van een bedrijf of instelling -
bilan (le ~) de balans opmaken - dresser le bilan de activa en passiva op de balans - l'actif et le passif du bilan |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de balans | poids public (m) ; harmonie (v) ; équilibre (m) ; bilan commercial (m) ; bilan (m) ; balance (v) |
balans | équilibreur ; masses chinoises ; levier de battage ; balance ; ensemble balancier-spiral ; égaliseur ; compensation ; centrage ; bilan ; bascule ; balancier-spiral ; balancier |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `balans`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: basculeNL: boekenNL: evenwichtNL: handelsbalansNL: harmonieNL: jaarafsluitingNL: waagNL: weegschaalUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
balans opmaken
FR: dresser son bilan