Vertaal
Naar andere talen: • afkondigen > DEafkondigen > ENafkondigen > ES
Vertalingen afkondigen NL>FR
afkondigen (ww.) annoncer (ww.) ; décréter (ww.) ; notifier (ww.) ; ordonner (ww.) ; proclamer (ww.) ; promulguer (ww.) ; publier (ww.) ; rendre publique (ww.) ; statuer (ww.)
afkondigen émettre
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `afkondigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aflezen
NL: afroepen
NL: bedekken
NL: behangen
NL: bekend maken
NL: bekendmaken
NL: beschikken
NL: decreteren
NL: gelasten
NL: openbaar maken