Vertalingen afvoeren NL>FR
afvoeren
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfurə(n)] |
Verbuigingen: | voerde af (verl.tijd ) heeft afgevoerd (volt.deelw.) |
1) naar een andere plaats brengen -
transporter regenwater afvoeren via de dakgoot - évacuer l'eau de pluie par la gouttière krijgsgevangen afvoeren naar een detentiekamp - transporter des prisonniers de guerre dans un centre de détention |
2) deel van de uitdrukking: -
van een lijst afvoeren (=verwijderen) - enlever d'une liste
kandidaten van de verkiezingslijst afvoeren - enlever des candidats de la liste électorale
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afvoeren (ww.) | déverser (ww.) ; remporter (ww.) ; porter (ww.) ; excréter (ww.) ; évacuer (ww.) ; emporter (ww.) ; emmener (ww.) ; éjecter (ww.) ; écouler (ww.) ; déporter (ww.) ; dégager (ww.) ; décharger (ww.) ; couler (ww.) |
afvoeren | démanteler ; s'écouler ; évacuer ; éliminer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afvoeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afscheidenNL: doen wegvloeienNL: lozenNL: meedragenNL: uitscheidenNL: uitstotenNL: uitwerpenNL: wegdragenNL: wegsjouwenNL: wegslepen