Vertalingen uitscheiden NL>FR
uitscheiden (ww.) | abandonner (ww.) ; cesser (ww.) ; fin (ww.) ; laisser (ww.) |
uitscheiden | excréter |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `uitscheiden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afhakenNL: afscheidenNL: afvoerenNL: eindigenNL: ermee uitscheidenNL: kappenNL: lozenNL: opgevenNL: ophoudenNL: poepenUitdrukkingen en gezegdes
NL: schei uit (met)
FR: assez (de), cessez (de)