Vertalingen ziel NL>ES
de ziel
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [zil] |
Verbuigingen: | zielen (meerv.) |
1) onzichtbaar en onsterfelijk deel van de mens dat volgens gelovigen maakt dat je leeft -
alma (la ~) je ziel blootleggen (=erg openhartig zijn over wat je denkt en voelt) - exponer tu alma
|
iemand op zijn of haar ziel trappen (=iemand ernstig kwetsen of beledigen) - herir a alguien en lo más vivo
|
2) mens -
pobre (el ~/la ~) De arme ziel kan niet in haar eigen huis blijven wonen; ze moet naar een verzorgingshuis. - La pobrecita ya no puede quedar viviendo en su propia casa; tiene que ir a una residencia asistida. |
twee zielen, één gedachte (=<dit zeg je als blijkt dat twee mensen toevallig tegelijk hetzelfde gaan doen of zeggen>) - ni que fuéramos telepáticos
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ziel | el alma (m) ; el ardor (m) ; la calidad (v) ; el carácter (m) ; la entrañas (v) ; el espíritu (m) ; el sabor (m) |
ziel | alma ; fondo cónico |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ziel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: geestNL: individuNL: kern