Vertaal
Naar andere talen: • uiteenlopen > DEuiteenlopen > ENuiteenlopen > FR
Vertalingen uiteenlopen NL>ES
uiteenlopen (ww.) diferir (ww.) ; variar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uiteenlopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afwisselen
NL: divergeren
NL: gevarieerd
NL: schelen
NL: variëren
NL: varierend
NL: veranderen
NL: verschillen
NL: wisselen