Vertalingen vertrouwen NL>ES
I het vertrouwen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
1) geloof dat iemand eerlijk is -
confianza (la ~) Hij heeft mijn vertrouwen geschonden. - Él abusó de mi confianza. |
iets in vertrouwen zeggen (=iets zeggen dat niet doorverteld mag worden) - decir algo confidencialmente
|
iemand in vertrouwen nemen (=iemand een geheim vertellen) - confiar en alguien
|
2) geloof dat iets goed zal gaan -
fe (la ~) zelfvertrouwen - confianza en sí mismo vol vertrouwen in een goede afloop - plena confianza en un buen desenlace Ik heb er alle vertrouwen in. - Deposito toda mi confianza en ello. |
II vertrouwen
werkw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | vertrouwde (verl.tijd ) heeft vertrouwd (volt.deelw.) |
betrouwbaar vinden -
confiar Ik vertrouw die techniek niet helemaal. - Yo no confío del todo en esa técnica. Wie kan je nu nog vertrouwen? - ¿En quién se puede confiar hoy en día? |
Ik vertrouw hem voor geen cent/meter. (=ik vertrouw hem helemaal niet) - No me fío ni un pelo de él.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vertrouwen (ww.) | confiar (ww.) ; confiar en (ww.) ; fiarse (ww.) ; fiarse de (ww.) |
het vertrouwen | la confianza (v) ; la convicción (v) ; la creencia (v) ; la fe (v) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `vertrouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bouwenNL: confidentieNL: fiducieNL: geloofNL: hoopNL: toevertrouwenNL: vertrouw