versperren

Vertalingen versperren NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[vərˈspɛrə(n)]
Verbuigingen:	versperde (verl.tijd ) heeft versperd (volt.deelw.)

met een hindernis de doorgang onmogelijk maken - obstruir

de weg versperren - obstruir el camino

Overige bronnen

versperren (ww.)

bloquear (ww.) ; levantar barricadas en (ww.) ; obstaculizar (ww.) ; obstruir (ww.) ; poner trabas a (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `versperren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: afsluiten
NL: afsnijden
NL: barricaderen
NL: belemmeren
NL: blokkeren

Zojuist vertaald