Vertalingen versperren NL>DE
versperren
werkw.
| Uitspraak: | [vərˈspɛrə(n)] |
| Verbuigingen: | versperde (verl.tijd ) heeft versperd (volt.deelw.) |
met een hindernis de doorgang onmogelijk maken -
blockieren , versperren | de weg versperren - den Weg versperren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| versperren (ww.) | blockieren (ww.) ; verbarrikadieren (ww.) ; verrammeln (ww.) ; versperren (ww.) ; verstellen (ww.) |
| versperren (werkw.) | versperren |
| versperren | sperren |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `versperren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afsluitenNL: afsnijdenNL: barricaderenNL: belemmerenNL: blokkerenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand de weg)
versperren
DE: (ook) verlegen, vertreten