Vertalingen verkorten NL>ES
verkorten (ww.) | abreviar (ww.) ; acortar (ww.) ; atenuar (ww.) ; compendiar (ww.) ; condensar (ww.) ; reducir (ww.) ; reducirse (ww.) ; restringir (ww.) ; truncar (ww.) |
verkorten | resumir |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `verkorten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: beknottenNL: bekortenNL: beperkenNL: inkortenNL: inkrimpenNL: inperkenNL: korter makenNL: krimpenNL: minder worden