Vertaal
Naar andere talen: • inperken > DEinperken > ENinperken > FR
Vertalingen inperken NL>ES
inperken (ww.) aislar (ww.) ; comprimir (ww.) ; confinar (ww.) ; contener (ww.) ; encauzar (ww.) ; encerrar (ww.) ; envolver (ww.) ; incluir (ww.) ; limitar (ww.) ; neutralizar (ww.) ; recortar (ww.) ; reducir (ww.) ; restringir (ww.) ; truncar (ww.)
inperken majada
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `inperken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afnemen
NL: begrenzen
NL: beknotten
NL: beperken
NL: indammen
NL: inkapselen
NL: inkrimpen
NL: krimpen
NL: limiteren
NL: minder worden