Vertalingen vastpakken NL>ES
vastpakken (ww.) | abordar (ww.) ; agarrar (ww.) ; agarrarse a (ww.) ; asir (ww.) ; captar (ww.) ; coger (ww.) ; engañar (ww.) ; engastar (ww.) ; estafar (ww.) ; prender (ww.) ; timar (ww.) ; tomar (ww.) ; trabar (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vastpakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanklampenNL: aanpakkenNL: aanvattenNL: beetgrijpenNL: beethebbenNL: beetnemenNL: beetpakkenNL: greepNL: grijpenNL: vastgrijpen