Vertaal
Naar andere talen: • vastpakken > ENvastpakken > ESvastpakken > FR
Vertalingen vastpakken NL>DE
vastpakken (ww.) anfassen (ww.) ; anpacken (ww.) ; begreifen (ww.) ; erfassen (ww.) ; fassen (ww.) ; festgreifen (ww.) ; festhalten (ww.) ; greifen (ww.) ; packen (ww.) ; zugreifen (ww.)
vastpakken (werkw.) enfassen ; ergreifen
het vastpakkendas Festnehmen ; das Festpacken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `vastpakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanklampen
NL: aanpakken
NL: aanvatten
NL: beetgrijpen
NL: beethebben
NL: beetnemen
NL: beetpakken
NL: greep
NL: grijpen
NL: vastgrijpen