Vertaal
Naar andere talen: • beetnemen > DEbeetnemen > ENbeetnemen > FR
Vertalingen beetnemen NL>ES
beetnemen (ww.) agarrar (ww.) ; captar (ww.) ; coger (ww.) ; engañar (ww.) ; engastar (ww.) ; estafar (ww.) ; gastar una broma (ww.) ; timar (ww.) ; tomar (ww.) ; tomar el pelo (ww.) ; trabar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beetnemen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpakken
NL: afzetten
NL: beetgrijpen
NL: beetpakken
NL: foppen
NL: greep
NL: grijpen
NL: in het ootje nemen
NL: vastgrijpen
NL: vastnemen