Vertaal
Naar andere talen: • sturen > DEsturen > ENsturen > FR
Vertalingen sturen NL>ES

sturen

werkw.
Uitspraak:  [ˈstyrə(n)]
Verbuigingen:  stuurde (verl.tijd ) heeft gestuurd (volt.deelw.)

1) de richting van een voertuig bepalen met het stuur - conducir
Stuur jij of stuur ik? - ¿Quién conduce: tú o yo?

2) (iets of iemand) ergens heen laten gaan - enviar
doorsturen - reenviar
Ik stuur je morgen een brief met het voorstel. - Mañana te envío una carta con la propuesta.
Kun je haar even naar de derde etage sturen? - ¿Puedes enviarla al tercer piso?

3) zorgen dat (iets) gaat zoals het moet - manejar
een proces sturen en beheersen - manejar y controlar un proceso

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sturen (znw.)el volantes (m)
sturen (ww.) dirigir (ww.) ; soltar (ww.) ; remitir (ww.) ; rechazar (ww.) ; mandar (ww.) ; expulsar (ww.) ; expedir (ww.) ; excarcelar (ww.) ; enviar (ww.) ; emitir (ww.) ; echar (ww.) ; destituir (ww.) ; despedir (ww.) ; deponer (ww.) ; conducir (ww.) ; apartar (ww.)
sturen conducir ; transferir ; pilotar ; pilotaje ; estimular ; control en circuito abierto
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `sturen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan het stuur zitten
NL: doen toekomen
NL: laveren
NL: opsturen
NL: posten
NL: stuurraderen
NL: stuurwielen
NL: toezenden
NL: verzenden
NL: wegsturen