Vertalingen toezenden NL>ES
toezenden (ww.) | apartar (ww.) ; deponer (ww.) ; despedir (ww.) ; destituir (ww.) ; echar (ww.) ; emitir (ww.) ; excarcelar (ww.) ; expedir (ww.) ; expulsar (ww.) ; mandar (ww.) ; mandar a (ww.) ; rechazar (ww.) ; remitir (ww.) ; soltar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toezenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: iem. iets sturenNL: opsturenNL: overmakenNL: postenNL: sturenNL: verzendenNL: wegsturenNL: wegzendenNL: zenden