Vertalingen spoor NL>ES
het spoor
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [spor] |
Verbuigingen: | sporen (meerv.) |
1) stel ijzeren staven waarop een trein of tram rijdt transport -
vía (la ~) spoorbrug - puente de ferrocarril spoorverbinding - línea de ferrocarril goederenvervoer per spoor - transporte de mercancías por ferrocarril |
2) deel van een perron in een station -
andén (el ~) Onze trein vertrekt van spoor 3. - Nuestro tren parte del andén 3. |
3) iets waaruit blijkt dat iets of iemand op een bepaalde plaats geweest is -
huella (la ~), rastro (el ~) geurspoor - rastro odorífero In het zand waren sporen van vogels te zien. - En la arena se veían huellas de pájaros. |
op het spoor komen (=beginnen te weten waar (iets of iemand) is) - localizar
|
het spoor bijster zijn (=niet meer weten hoe je verder moet of wat je moet doen) - estar desorientado
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het spoor | rastro ; la espora (v) |
de spoor | el esporo (m) ; la vía del tren (v) ; la vía de ferrocarriles (v) ; la vía (v) ; el vestigio (m) ; la indicación (v) ; la huella (v) ; el ferrocarril (m) ; la férrea (v) ; la espuela (v) ; el espolón (m) |
spoor | canal ; vía férrea ; vía con andén ; vía ; rodera ; pista ; huella ; ferrocarril ; espuela ; espolón |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `spoor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwijzingNL: baanNL: overblijfselNL: prikkelNL: railsNL: spoorbaanNL: spoorwegNL: voetafdruk