1. MWB
  2. Vertalen
  3. baan (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • baan > DE • baan > EN • baan > FR
Vertalingen baan NL>ES

baan

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ban]
Verbuigingen:  banen (meerv.)

regelmatig werk waarvoor je loon krijgt - empleo (el ~), trabajo (el ~)
een drukke baan - un trabajo ajetreado
een parttime baan - un trabajo a tiempo parcial
een vaste baan hebben - tener un empleo fijo

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de baan (v) la ruta (v) ; el camino (m) ; la calle (v)
de baan (m) el círculo laboral (m) ; el circuito (m) ; el empleo (m) ; la férrea (v) ; el ferrocarril (m) ; el lugar de trabajo (m) ; la órbita (v) ; el paso (m) ; la pista (v) ; recorrido (znw.) ; la ronda (v) ; la trayectoria (v) ; el turno (m) ; la vía (v) ; la vía de ferrocarriles (v) ; la vía del tren (v) ; el carril (m) ; la carretera (v) ; la calzada (v) ; el barrote (m) ; el barrio (m)
baan banda continua ; banda ; camino ; ciclo astronomico ; empleo ; hoja continua ; línea de desplazamiento ; ocupación ; órbita ; paño ; puesto de trabajo ; trayectoria ; vía
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `baan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afstand
NL: baanvak
NL: betrekking
NL: breedte
NL: circuit
NL: dienstbetrekking
NL: etappe
NL: functie
NL: ijsbaan
NL: job