Vertalingen scoren NL>ES
scoren
werkw.
| Uitspraak: | [ˈskorə(n)] |
| Verbuigingen: | scoorde (verl.tijd ) heeft gescoord (volt.deelw.) |
1) een punt maken in een wedstrijd sport -
marcar | een doelpunt scoren - marcar un tanto |
2) succes behalen -
apuntarse tantos | Het bedrijf scoorde met een bijzondere reclamestunt. - La empresa se apuntó tantos con un reclamo publicitaro especial. |
3) verwerven -
comprar | na het stappen nog even een frietje scoren - después de salir comprar una porción de patatas fritas |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| scoren (ww.) | marcar tantos (ww.) |
| scoren | marcar |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `scoren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behalenNL: spuiten