Vertalingen scoren NL>DE
scoren
werkw.
Uitspraak: | [ˈskorə(n)] |
Verbuigingen: | scoorde (verl.tijd ) heeft gescoord (volt.deelw.) |
1) een punt maken in een wedstrijd sport -
erzielen een doelpunt scoren - einen Treffer erzielen |
2) succes behalen -
Erfolg erzielen Het bedrijf scoorde met een bijzondere reclamestunt. - Das Unternehmen erzielte mit einem besonderen Werbestunt einen Erfolg. |
3) verwerven -
na het stappen nog even een frietje scoren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
scoren (ww.) | ein Tor schießen (ww.) ; Punkte erzielen (ww.) |
scoren | Punkte machen ; punkten ; scoren |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `scoren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behalenNL: spuiten