Vertaal
Naar andere talen: • opzeggen > DEopzeggen > ENopzeggen > FR
Vertalingen opzeggen NL>ES

opzeggen

werkw.
Uitspraak:  ɔpsɛxə(n)]
Verbuigingen:  zegde op, zei op (verl.tijd ) heeft opgezegd (volt.deelw.)

1) (een afspraak of overeenkomst) beëindigen - rescindir
een abonnement op een krant opzeggen - darse de baja como suscriptor a un diario

2) (een tekst) hardop uitspreken - recitar
De kleine wilde met moederdag per se een gedichtje opzeggen. - El pequeño quiso recitar a todo costa un poema en el día de la madre.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opzeggen (ww.) decir (ww.) ; declamar (ww.) ; orar (ww.) ; pronunciar un discurso (ww.) ; recitar (ww.)
het opzeggenla baja (v) ; la dimisión (v) ; la petición de despido (v)
opzeggen abrogar ; revocar
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opzeggen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beëindigen
NL: declameren
NL: ontslagaanvraag
NL: opzegging
NL: reciteren
NL: voordragen
NL: zeggen