Vertaal
Naar andere talen: • opdringen > DEopdringen > ENopdringen > FR
Vertalingen opdringen NL>ES
opdringen (ww.) imponer (ww.) ; imponerse (ww.) ; insistir (ww.) ; instar (ww.)
het opdringenla imposición (v) ; la obligación (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opdringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpraten
NL: forceren
NL: openduwen
NL: oprukken