Vertalingen opdoen NL>ES
opdoen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpdun] |
Verbuigingen: | deed op (verl.tijd ) heeft opgedaan (volt.deelw.) |
zorgen dat je iets krijgt -
adquirir ervaring opdoen - adquirir experiencia tijdens je vakantie een vriendje opdoen - tener un ligue durante las vacaciones |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opdoen (ww.) | adquirir (ww.) ; coger (ww.) ; incurrir en (ww.) ; sufrir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opdoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: krijgenNL: opdienenNL: oplopenNL: opzettenNL: verkrijgenNL: verwerven