| Uitspraak: | [ˈɔplopə(n)] |
| Verbuigingen: | liep op (verl.tijd ) |
| Verbuigingen: | is opgelopen (volt.deelw.) |
| De kosten zijn flink opgelopen. - Los gastos han aumentado mucho. | |
De weg loopt hier een beetje op.(=de weg gaat hier omhoog) - Es una calle empinada. | |
| Verbuigingen: | is opgelopen (volt.deelw.) |
oplopen met(=vergezellen) - acompañar a een stukje met iemand oplopen - acompañar a alguien por un rato | |
| Verbuigingen: | heeft opgelopen (volt.deelw.) |
| een verkoudheid oplopen - coger un resfrío achterstand oplopen - atrasarse | |
Voorbeeldzinnen laden....