Vertalingen ontlopen NL>ES
ontlopen
werkw.
Uitspraak: | [ɔntˈlopə(n)] |
Verbuigingen: | ontliep (verl.tijd ) is/heeft ontlopen (volt.deelw.) |
1) moeite doen om (iemand) niet tegen te komen -
escapar Buiten het werk ontliep hij zijn collega's zo veel mogelijk. - Fuera del trabajo evitaba a sus colegas en lo posible. |
2) deel van de uitdrukking: -
elkaar niet veel ontlopen (=niet veel verschillen) - ser bastante parecido
De premies van de ziektekostenverzekeringen ontlopen elkaar niet veel. - Las primas de los seguros médicos son bastante parecidas.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ontlopen (ww.) | disentir (ww.) ; divergir (ww.) ; eludir (ww.) ; escaparse de (ww.) ; evadir (ww.) ; evadirse de (ww.) ; evitar (ww.) ; rehuir (ww.) ; sortear (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: mijdenNL: mijdingNL: omtrekkenbewegingNL: ontduikenNL: ontwijkenNL: schuwenNL: trachten te ontkomen aanNL: uit de weg gaanNL: uiteenlopenNL: verhoeden