Vertalingen onderscheiden NL>ES
I onderscheiden
werkw.
Uitspraak: | [ɔndərˈsxɛidə(n)] |
Verbuigingen: | onderscheidde (verl.tijd ) heeft ~ (volt.deelw.) |
1) als verschillend zien en beoordelen -
distinguir twee soorten kamelen onderscheiden, namelijk met één en met twee bulten - distinguir dos tipos de camellos, a saber con una y con dos jorobas |
2) waarnemen -
ver door de dichte mist nauwelijks iets kunnen onderscheiden - apenas poder ver algo por la niebla cerrada |
3) (iemand) een ereteken geven -
condecorar iemand onderscheiden met een ridderorde - condecorar a alguien con una orden de caballería |
II zich onderscheiden
reflexief werkw.
Uitspraak: | [ɔndərˈsxɛidə(n)] |
Verbuigingen: | onderscheidde zich (verl.tijd ) heeft zich ~ (volt.deelw.) |
opvallen door je prestaties -
destacarse © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
onderscheiden (ww.) | percatarse de (ww.) ; distinguirse (ww.) ; divisar (ww.) ; experimentar (ww.) ; hojear (ww.) ; luquear (ww.) ; mirar (ww.) ; notar (ww.) ; observar (ww.) ; distinguir (ww.) ; percibir (ww.) ; reemplazar (ww.) ; señalar (ww.) ; sobresalir (ww.) ; substituir (ww.) ; suplir (ww.) ; ver (ww.) ; vislumbrar (ww.) ; discernir (ww.) ; abarcar con la vista (ww.) ; adornar (ww.) ; atisbar (ww.) ; calzar la espuela (ww.) ; condecorar (ww.) ; contemplar (ww.) ; cumplir (ww.) ; darse cuenta de (ww.) ; desempeñar (ww.) ; destacarse (ww.) ; determinar (ww.) ; diferenciar (ww.) ; diferenciarse (ww.) |
onderscheiden | diferente ; varios ; vario ; múltiple |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `onderscheiden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanschouwenNL: afscheidenNL: bekijkenNL: decorerenNL: diversNL: een ereteken gevenNL: een onderscheidingsteken gevenNL: erenNL: excellerenNL: gewaarworden