Vertalingen nasporen NL>ES
nasporen (ww.) | averiguar (ww.) ; comprobar (ww.) ; controlar (ww.) ; investigar (ww.) ; rastrear (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `nasporen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: naspeurenNL: navorsenNL: onderzoekenNL: traceren